Leesclubvragen – Circusnachten – Angela Carter

  1. Waarom sluit journalist Jack Walser zich aan bij het circus?
  2. Waarom denk je dat Walser zich zo aangetrokken voelt tot Fere?
  3. Denk je dat Walser vanaf het begin al verliefd op haar is, of is hij geobsedeerd? Of geen van beide?
  4. Is Fere feit of fictie? Is ze een waarlijk wonder of eerder een bewuste bedrieger? Of zou ze zelf het slachtoffer zijn van de leugens van anderen?
  5. Welke aanwijzingen zijn er dat Fere de waarheid verteld? En wat suggereert eerder dat ze liegt?
  6. Fere vertelt veel over haar jeugd en beschrijft de dingen die ze heeft meegemaakt aan Walser en dus ook aan de lezer. Denk je dat Fere een betrouwbare verteller is? Waarom wel of niet?
  7. Hoe zou Fere omgaan met reacties op haar act en haar imago als de technologie van tegenwoordig in haar tijd al een rol had gespeeld? En het circus? Heeft het circus iets van zijn mysterie en allure verloren nu we zo makkelijk toegang kunnen krijgen tot allerlei bijzondere dingen om te bekijken?
  8. Denk na over de rol die tijd speelt in het boek. Wat is de symboliek van de klok van Ma Nelson? Zorgt die echt dat de tijd stopt? Wat bedoelt Lizzie als ze zegt dat zij en Fere nooit meer precies zullen weten hoe laat het is, als de klok verloren is gegaan?
  9. Zo’n beetje alle mensen over wie Fere vertelt leven nog lang en gelukkig. Denk je dat dat realistisch is, gezien wat ze allemaal doormaken? Waarom wel of niet? Waarom denk je dat Fere ervoor kiest de verhalen zo te vertellen?
  10. De vrouwen die in het boek voorkomen zijn geen typische voorbeelden van vrouwen uit de negentiende eeuw. Verzin en bespreek een paar voorbeelden van hoe deze vrouwen wel of niet binnen bepaalde gedragspatronen van de tijd vallen. Waarom denk je dat de personages juist zo geschreven zijn?
  11. Wat vind je van Carters schrijfstijl? Waarom denk je dat ze juist voor dit boek voor zo’n bijzondere stijl gekozen heeft?
  12. Carter staat bekend als een feministische auteur. Zie je dat terug in Circusnachten? Hoe?
  13. Eerder gebruikte Carter haar magisch-realisme om te schrijven over de werkelijkheid. Denk terug aan de tijd waarin het boek verscheen; welke gebeurtenissen of welk gedachtegoed van toen herken je in het boek? En denk ook aan nu; is het boek behalve goed, ook nog actueel en relevant vandaag de dag? Waarom?

Extra: snelle vragenronde

  1. Walser sluit zich zo maar aan bij het circus. Zou jij zo impulsief kunnen zijn? Bewonder je het of vind je het dom?
  2. Wat vind jij van het circus? Heb je herinneringen aan of specifieke gevoelens bij het circus?
  3. Zou je vleugels willen hebben, met alle gevolgen van dien?

Angela Carter

Circusnachten

Met een voorwoord van Sarah Waters

Aan het einde van de negentiende eeuw, een bewogen tijdperk van vervlogen dromen en nieuwe hoop, vertelt trapeze-artieste Fere haar levensverhaal aan journalist Jack Walser. Hoe zij gevonden werd door de hoer Lizzie en opgroeide in een bordeel, hoe haar vleugels groeiden en zij leerde vliegen. Hoe zij de lieveling werd van het publiek in heel Europa, en hoe prinsen en grote kunstenaars haar het hof maakten. Jack raakt zo gefascineerd door Fere en haar bizarre wereld dat hij met het circus meetrekt van Londen naar het legendarische St. Petersburg, Tokio en Amerika en ondertussen de meest fantastische avonturen beleeft.

In de pers:

‘Een pleidooi voor het leven, voor plezier, voor compassie en integriteit.’ — The Guardian

Circusnachten is haar meesterwerk. Een exuberante roman vol verhalen. Een breed uitwaaierend, kletslustig boek, een picaresk verhaal van Rabelaisiaanse proporties, met een bijpassend buitenproportionele heldin.’ — Sarah Waters

‘Een geweldig schrijver, waarlijk uniek, er is niemand zoals zij.’ — Salman Rushdie

‘Een eigenzinnige, originele en barokke stilist.’ — Margaret Atwood